Leen Songtext
von Trio Bier
Leen Songtext
Ze noemde hem blinde, al heette hij Leen
Een jongen, te vroeg geboren
Hij roemde zijn vrienden, al had hij er geen
Maar niets kon zijn wereld verstoren
"Ik lach om de dag, en ik lach om de nacht.
En zweef bij ieder mooi meisje
Geniet van het leven in al zijn pracht
Want voor je ′t weet, vergrijs je."
Dorp aan het water, omring door een muur
Verstikt door vele geheimen
De wijze pater, een man van statuur
Deskundig in 't lijmen & slijmen
Een wilg op het kerkplein, de wind langs hem heen
Zwaaide zijn takken verlegen
Niemand die ′t zag, alleen onze Leen
Zo kon de wilg er weer tegen
Leen, met je hart van goud
En je ziel op je rug
En de dagen die lachen naar jou
Leen doe je ogen dicht
Het is goed zo, het is goed zo
Ze noemden hem blinde, hij keek wel wat scheel
Maar al wat hij zag, was het schone
En wie hij beminde, was wulpse Neel
Het meisje dat vlak naast hem woonde
Hij plukte wat bloemen aan de rand van de sloot
En fluisterde zacht: Lieve vrouwe...
Ik zal voor je vechten tot aan mijn dood
Zelfs daarna, blijf ik van je houden."
Hij schreef ook gedichten; ze rijmden niet
Woorden vol mooie gedachten
En iedere zondag zong hij een lied
Bij de wilg die trouw op hem wachtte
Men keek hem aan en schudde het hoofd:
"Met die jongen gaat het nooit lukken'
Maar al wat hij dacht: 'Ik ben verloofd
Ik moet zo weer bloemen gaan plukken."
Leen...
De wijze pater, die man van statuur
Kon zich met Leen niet verblijden:
"Hij is het onkruid in God′s natuur
Kijk, hoe hij loert naar de meiden!"
De moeder van Leen, kerkelijk verplicht
Sprak devoot en verheven:
"Ik stuur hem morgen naar het gesticht
Die jongen heeft zo toch geen leven."
Leen...
Nu jaren later, het dorp is niet meer
De muren, verrast door de golven
De vromen, de pater: gestraft door de Heer
Voorgoed onder stenen bedolven
Het gras is daar groen nu, als moeder natuur
De jaren gaan door met het leven
Een eenzame wilg denkt ieder uur:
′Leen waar ben je gebleven'
Leen...
Een jongen, te vroeg geboren
Hij roemde zijn vrienden, al had hij er geen
Maar niets kon zijn wereld verstoren
"Ik lach om de dag, en ik lach om de nacht.
En zweef bij ieder mooi meisje
Geniet van het leven in al zijn pracht
Want voor je ′t weet, vergrijs je."
Dorp aan het water, omring door een muur
Verstikt door vele geheimen
De wijze pater, een man van statuur
Deskundig in 't lijmen & slijmen
Een wilg op het kerkplein, de wind langs hem heen
Zwaaide zijn takken verlegen
Niemand die ′t zag, alleen onze Leen
Zo kon de wilg er weer tegen
Leen, met je hart van goud
En je ziel op je rug
En de dagen die lachen naar jou
Leen doe je ogen dicht
Het is goed zo, het is goed zo
Ze noemden hem blinde, hij keek wel wat scheel
Maar al wat hij zag, was het schone
En wie hij beminde, was wulpse Neel
Het meisje dat vlak naast hem woonde
Hij plukte wat bloemen aan de rand van de sloot
En fluisterde zacht: Lieve vrouwe...
Ik zal voor je vechten tot aan mijn dood
Zelfs daarna, blijf ik van je houden."
Hij schreef ook gedichten; ze rijmden niet
Woorden vol mooie gedachten
En iedere zondag zong hij een lied
Bij de wilg die trouw op hem wachtte
Men keek hem aan en schudde het hoofd:
"Met die jongen gaat het nooit lukken'
Maar al wat hij dacht: 'Ik ben verloofd
Ik moet zo weer bloemen gaan plukken."
Leen...
De wijze pater, die man van statuur
Kon zich met Leen niet verblijden:
"Hij is het onkruid in God′s natuur
Kijk, hoe hij loert naar de meiden!"
De moeder van Leen, kerkelijk verplicht
Sprak devoot en verheven:
"Ik stuur hem morgen naar het gesticht
Die jongen heeft zo toch geen leven."
Leen...
Nu jaren later, het dorp is niet meer
De muren, verrast door de golven
De vromen, de pater: gestraft door de Heer
Voorgoed onder stenen bedolven
Het gras is daar groen nu, als moeder natuur
De jaren gaan door met het leven
Een eenzame wilg denkt ieder uur:
′Leen waar ben je gebleven'
Leen...
Writer(s): Rini Dobbelaar Lyrics powered by www.musixmatch.com