Testament Songtext
von Boudewijn de Groot
Testament Songtext
Na 22 jaren in dit leven,
Maak ik het testament op van mijn jeugd.
Niet dat ik geld of goed heb weg te geven,
Voor slimme jongen heb ik nooit gedeugd.
Maar ik heb nog wel wat mooie idealen,
Goed van snit hoewel ze uit de mode zijn.
Wie ze hebben wil, die mag ze komen halen,
Vooral jonge mensen vinden ze wel fijn.
Aan mijn broertje dat zo graag wil gaan studeren,
Laat ik met plezier ′t adres na van mijn kroeg.
Waar 'k te veel dronk om een vrouw te imponeren
En daarna de klappen kreeg waarom ik vroeg.
En dan heb ik nog een stuk of wat vriendinnen,
Die welopgevoed en zeer verstandig zijn,
En waarmee je dus geen donder kunt beginnen,
Maar misschien krijgt iemand anders ze wel klein.
Voor mijn neefje zijn mijn onvervulde wensen
Wel wat kinderlijk maar ach ze zijn zo diep.
Ik behoorde immer tot die groep van mensen
Voor wie ′t geluk toch altijd harder liep.
Aan mijn vrienden laat ik gaarne het vermogen
Om verliefd te worden op een meisjeslach.
Zelf ben ik helaas een keer te veel bedrogen
Maar wie het eens proberen wil, die mag.
M'n vriendinnetje, ik laat jou alle nachten
Dat ik tranen om jouw ontrouw heb gestort.
Maar onthou het wel, ik zal geduldig wachten
Tot ik lach omdat jij ook belazerd wordt.
En de leraar die mij altijd placht te dreigen
"Jongen, jij komt nog op het verkeerde pad!"
Kan tevreden zijn en hoeft niets meer te krijgen,
Dat wil zeggen hij heeft toch gelijk gehad.
Voor mijn ouders is het album met de plaatjes,
Die zo vals getuigen van een blijde jeugd.
Maar ze tonen niet de zouteloze praatjes
Die een kind opvoeden in eer en deugd.
En verder krijgen z'alle dwaze dingen terug
Die ze mij te veel geleerd hebben die tijd.
Ze kunnen mij tenslotte ook niet dwingen
Groot te worden zonder diep berouw en spijt.
En dan heb ik ook nog enkele goede vrienden
Maar die hebben al genoeg van mij gehad.
Dus ik gun ze nu het loon dat ze verdienen
Al de drank die ze van mij hebben gejat.
Verder niets, er zijn alleen nog een paar dingen
Die ik houd omdat geen mens er iets aan heeft.
Dat zijn mijn goede jeugdherinneringen
Die neem je mee zolang je verder leeft.
Maak ik het testament op van mijn jeugd.
Niet dat ik geld of goed heb weg te geven,
Voor slimme jongen heb ik nooit gedeugd.
Maar ik heb nog wel wat mooie idealen,
Goed van snit hoewel ze uit de mode zijn.
Wie ze hebben wil, die mag ze komen halen,
Vooral jonge mensen vinden ze wel fijn.
Aan mijn broertje dat zo graag wil gaan studeren,
Laat ik met plezier ′t adres na van mijn kroeg.
Waar 'k te veel dronk om een vrouw te imponeren
En daarna de klappen kreeg waarom ik vroeg.
En dan heb ik nog een stuk of wat vriendinnen,
Die welopgevoed en zeer verstandig zijn,
En waarmee je dus geen donder kunt beginnen,
Maar misschien krijgt iemand anders ze wel klein.
Voor mijn neefje zijn mijn onvervulde wensen
Wel wat kinderlijk maar ach ze zijn zo diep.
Ik behoorde immer tot die groep van mensen
Voor wie ′t geluk toch altijd harder liep.
Aan mijn vrienden laat ik gaarne het vermogen
Om verliefd te worden op een meisjeslach.
Zelf ben ik helaas een keer te veel bedrogen
Maar wie het eens proberen wil, die mag.
M'n vriendinnetje, ik laat jou alle nachten
Dat ik tranen om jouw ontrouw heb gestort.
Maar onthou het wel, ik zal geduldig wachten
Tot ik lach omdat jij ook belazerd wordt.
En de leraar die mij altijd placht te dreigen
"Jongen, jij komt nog op het verkeerde pad!"
Kan tevreden zijn en hoeft niets meer te krijgen,
Dat wil zeggen hij heeft toch gelijk gehad.
Voor mijn ouders is het album met de plaatjes,
Die zo vals getuigen van een blijde jeugd.
Maar ze tonen niet de zouteloze praatjes
Die een kind opvoeden in eer en deugd.
En verder krijgen z'alle dwaze dingen terug
Die ze mij te veel geleerd hebben die tijd.
Ze kunnen mij tenslotte ook niet dwingen
Groot te worden zonder diep berouw en spijt.
En dan heb ik ook nog enkele goede vrienden
Maar die hebben al genoeg van mij gehad.
Dus ik gun ze nu het loon dat ze verdienen
Al de drank die ze van mij hebben gejat.
Verder niets, er zijn alleen nog een paar dingen
Die ik houd omdat geen mens er iets aan heeft.
Dat zijn mijn goede jeugdherinneringen
Die neem je mee zolang je verder leeft.
Writer(s): Boudewijn De Groot, Lennaert Herman Nijgh Lyrics powered by www.musixmatch.com